Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

Naar een strengere anti-misbruik bepaling?

| Nicolas Geelhand de Merxem

In De Tijd van 12 december 2023 verscheen op de voorpagina een bijdrage onder de titel “Nieuw fraudeplan geeft fiscus krachtiger wapen tegen fiscaal misbruik”.

Volgens dat nieuw plan zou een belastingplichtige alleen nog kunnen ontsnappen aan de heffing van belasting als hij geldige economische of financiële motieven kan aantonen. Deze ruimere toepassing zou gelden voor de personenbelasting. Fiscaal misbruik wordt gedefinieerd als het opzetten van een constructie die kunstmatig is en louter bedoeld is om een belastingvoordeel te krijgen dat het doel of de toepassing van het toepasselijke belastingrecht ondermijnt.

Prof. M. Delanote merkt op dat een erg ruime antimisbruikbepaling alleen kan als er een heel duidelijk belastingsysteem is. “Maar je kan geen kaas vol gaten aanbieden en belastingplichtigen verwijten dat ze de gaten zoeken”. De vraag is of een anti-misbruik bepaling überhaupt nodig is als het belastingsysteem zeer duidelijk is. Een ruime algemene anti-misbruik bepaling zou ook snel in strijd komen met het legaliteitsbeginsel, oordeelde het Grondwettelijk Hof reeds in 2013. Bovendien wordt daardoor de rechtszekerheid ondermijnd, wat het plannen en dus het rechtsverkeer onmogelijk maakt. Weliswaar kan die rechtszekerheid bekomen worden door het aanvragen van rulings, maar die rulings worden door de belastingadministratie zelf uitgevaardigd. Ten slotte rijst de vraag of het recht om de minst belaste weg te kiezen daarmee niet zal verdwijnen.

Een uitbreiding van deze verruiming naar de erf- en schenkbelasting is per hypothese niet mogelijk gelet op het feit dat het daar in essentie niet gaat over geldige economische of financiële motieven (denk aan de anti-misbruik bepaling van vóór 2012) en om kunstmatige constructies. Daar gaat het vaak zo niet uitsluitend om familiale motieven. Echtgenoten willen aan de langstlevende onder hen een maximaal comfort bieden en wensen daarbij de minst belaste weg te kiezen. Het essentiële doel is niet het vermijden van erfbelasting maar de maximale verzorging van de langstlevende partner.

Overigens zou men kunnen stellen dat in de Vlaamse erf- en schenkbelasting die uitgebreide anti-misbruik bepaling reeds bestaat. Volgens Vlabel is elke besparing van erfbelasting fiscaal misbruik tenzij er pertinente niet-fiscale motieven worden aangevoerd. Dat kan men in de meeste voorafgaande beslissingen van Vlabel lezen. In Vlaanderen is er zelfs geen “chinese wall” tussen de commissie die de voorafgaande beslissingen uitvaardigt en het (hoofd)bestuur dat de dossiers behandelt. Het zijn personen met twee petjes. Daardoor wordt de belastingplichtige gedwongen dure en stresserende procedures in te stellen, wat zelfs vaak achterwege wordt gelaten. Het Hof van beroep te Gent en recent ook het Hof van Cassatie waken weliswaar over de correcte toepassing van art. 3.17.0.0.2 VCF, maar de belastingplichtige moet er nog kunnen en willen geraken. Zij die procederen doen dit vaak uit principe.

De vraag is dan ook of de verruiming van de anti-misbruik bepaling wel een goed systeem is, dan wel of men niet beter de achterpoortjes kan sluiten (wat overigens ook gebeurt en soms op een ondoordachte wijze zoals bv. het belastbaar stellen van de Casman-clausule), zonder de nieuwe strengere regel te laten terugwerken.

Dit neemt niet weg dat er ook in de schenk- en erfbelasting nagedacht moet worden over hervormingen. Aan de ene kant zijn er de fundamentele hervormingen zoals bv. de vrijstelling van de erfbelasting voor het erfdeel van de langstlevende partner (“het bloed kruipt waar het niet gaan kan”), nadat bevestigd wordt dat er bij het overlijden van de langstlevende partner een terugverdieneffect is. Aan de andere kant zijn er talloze kleine ingrepen die kunnen en moeten gebeuren om de erf- en schenkbelasting bij te schaven. Er zijn talrijke (vrijwel bij elke bepaling) ergerlijke manco’s die moeten verholpen worden, zonder dat er grote budgettaire gevolgen aan gekoppeld zijn. Na bijna tien jaar VCF zou daar werk van moeten gemaakt worden.

Overigens is “fiscaal misbruik” geen “fraude”.

Nicolas Geelhand de Merxem