Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

De verzekeringsgift: Vlabel maakt het nog strenger

De verzekeringsgift is een techniek van successieplanning waarbij bij voorbeeld een vader een levensverzekeringsovereenkomst afsluit (verzekeringnemer) op zijn hoofd (verzekerde) met zijn kinderen als begunstigde. Vervolgens schenkt de vader alle rechten van deze verzekeringspolis aan zijn kinderen, vaak met betaling van 3% schenkingsrechten. De kinderen worden daardoor verzekeringnemer en bedingen derhalve voor zichzelf. Art. 8 (oud) W.Succ. (thans art. 2.7.1.0.6 VCF), dat enkel bedingen ten behoeve van derden viseert, is dan volgens de heersende leer niet van toepassing.

Vlabel volgt deze klassieke leer niet en belast het uitgekeerde kapitaal bij het overlijden van de vader alsnog op grond van art. 2.7.1.0.6 VCF. Tevens aanvaardt Vlabel niet dat de oorspronkelijke begunstigde (in casu de kinderen) zichzelf herbenoemt als begunstigde, omdat dit beschouwd wordt als “ontwijking van artikel 2.7.1.0.6 VCF waarop de antimisbruikbepaling van art. 3.17.0.0.2 VCF zal worden toegepast” (standpunt nr. 15133 dd. 12.10.2015, zoals aangevuld op 30.11.2015, gepubliceerd op de website van Vlabel op 04.12.2015).

Thans gaat Vlabel nog een stap verder. Wat Vlabel nu ook niet meer aanvaardt is het volgende. Een grootvader sluit een verzekeringspolis af op zijn hoofd met zijn kind als begunstigde en met zijn kleinkinderen als secundaire begunstigden. Vervolgens schenkt de grootvader alle rechten op de polis aan de kleinkinderen, die meteen zichzelf als hoofdbegunstigden aanstellen. Bij het overlijden van de grootvader komt het verzekerd kapitaal toe aan de kleinkinderen. Dat kapitaal zal in hoofde van de kleinkinderen belast worden op grond van art. 2.7.1.0.6 VCF. Ook in dit geval zal Vlabel de antimisbruikbepaling inroepen tegen de rechtshandeling van de secundaire begunstigde.

Daarbij kunnen twee vaststellingen gemaakt worden. Vlabel zegt wel dat art. 2.7.1.0.6 VCF “gefrustreerd” wordt, maar duidt niet aan of dit geschiedt in strijd met de doelstellingen van deze decretale bepaling. Dat is ook niet mogelijk, want deze bepaling viseert enkel bedingen ten behoeve van derden. De tweede vaststelling is dat Vlabel de slechte gewoonte aanneemt om eerst een fictiebepaling veel te ruim te interpreteren of de antimisbruikbepaling (ten onrechte) toe te passen en vervolgens het standpunt (contra legem) naar analogie toe te passen op gelijkaardige gevallen.

Ten slotte moet aangestipt worden dat het onderhavige standpunt nr. 15133 het voorwerp uitmaakt van een verzoek tot vernietiging bij de Raad van State uitgaande van de beroepsvereniging Assuralia en de CVBA P&V Verzekeringen (Raad van State (C-2016/18180), B.S. 13 juli 2016).

N. Geelhand de Merxem

(Aanvulling standpunt nr. 15133 dd. 13 juni 2016, bekendgemaakt op de website van Vlabel op 6 juli 2016)